Vertegenwoordigers uit de branche, van de overheid en van bedrijven kwamen op 14 oktober 2021 op uitnodiging van Equans samen om van gedachten te wisselen over een vraag die in korte tijd zeer actueel is geworden: Hoe lossen we de congestie op het elektriciteitsnet op?
Omdat de krapte in Leeuwarden momenteel het nijpendst is, kwamen de genodigden vlak buiten de Friese hoofdstad bij elkaar. Zo konden zij niet alleen in discussie gaan over de beste landelijke aanpak voor de komende tien jaar, maar ook over de manieren waarop de actuele lokale situatie het hoofd kon worden geboden.
Tafelgasten waren Bert Wassink (wethouder Leeuwarden), Eddie Doornbos (relatiemanager Zakelijke Markten bij Liander) en Peter Schillemans (commercieel directeur Infra & Mobility bij Equans en marktteammanager Duurzame Energie & Netten, een van de vier focusmarkten van Equans). Onder leiding van gastheer Erik Matien spraken zij met de zaal over de aanleiding, de urgentie, de uitdagingen en de oplossingen. Een belangrijke conclusie was dat iedere partij wel een beetje pijn zou voelen:
De energietransitie is niet voor mietjes.
Soms moet je blauwe plekken durven op te lopen.
Aanleiding
De aanleiding van de bijeenkomst was een artikel in het Financieele Dagblad over de situatie in Leeuwarden. Schillemans: “We hebben deze stap gezet omdat het belangrijk is voor Equans om de regie te durven pakken en zo de dialoog te starten. Het is onze ambitie om een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame samenleving. Daarvoor hebben we veel oplossingen in huis, maar we kunnen ’t niet alleen. We dragen al bij aan de netverzwaring: we bouwen voor Liander onder meer aan nieuwe middenstations. Maar er is meer mogelijk naast netverzwaring.” Equans toonde daarvoor later tijdens de bijeenkomst vier oplossingen van tijdelijke of structurele aard: de Powerbooster, een gesloten distributiesysteem (GDS), een transporthub met e-trucks en tot slot waterstof als onderdeel van een bredere energiehuishouding.
Urgentie
Alle partijen voelen inmiddels de urgentie van het probleem. Vanuit de zaal: “Er waren 60 grootverbruikers uitgenodigd voor een ondernemersbijeenkomst hier in Leeuwarden. Daar zitten er tien bij met een acuut probleem. Normaal is de opkomst 20 procent, nu 90 procent!”
Toch was die urgentie lang niet bij alle partijen vanaf het begin duidelijk. Wassink: “We zijn laat tot het besef gekomen dat dit ook nog een probleem is. Nog niet zo lang geleden was het: heb je stroom nodig? Meld je bij Liander en je krijgt ‘t.” Vanuit de zaal: “Ik weet niet of ondernemers goed wisten wat hen boven het hoofd hing. Het was een donderslag bij heldere hemel. Ze zijn met bouwplannen bezig, dit is het laatste waar ze dan aan denken. Er is ook meer voorlichting nodig.”
De uitdaging wordt versterkt door de lange doorlooptijden in het verzwaren van het net en het tekort aan materiaal en geschoold personeel. Doornbos: “We zijn al jaren bezig om mensen op te leiden en we staan nog maar aan het begin van de energietransitie. Er staat ons nog wat te wachten: over 6 à 7 jaar gaan velen hard van het gas af, de elektrificatie van de maatschappij komt eraan.”
Volgens Schillemans heeft iedereen het kunnen zien aankomen. “Kijk naar elektrische auto’s, daar zijn er in 2030 meer dan een miljoen van. Zonneparken? Dat worden er drie tot vier keer zo veel. We konden eigenlijk al goed voorspellen wat er op ons afkomt. En dan staan we er niet best voor. Zolang als het nu duurt om vergunningen te krijgen en personeel op te leiden, gaan we 2030 niet halen. De knelpunten zijn erg groot, maar let op: onder druk wordt straks alles vloeibaar.”
Systeemintegratie
Al snel waren de aanwezigen het erover eens dat het geen technisch probleem is. De uitdaging ligt op het vlak van organisatie, financiën, juridische vernieuwing en politieke wil. Systeemintegratie kan daarin de oplossing brengen. Vanuit de zaal: “Het zijn nu allemaal verschillende business cases. Die heeft een windpark, die heeft een zonnepark. Die moet je bij elkaar brengen. Het probleem is nog te vaak dat een financier zegt: dan wordt mijn opbrengst minder. Het heeft uiteindelijk veel met euro’s te maken.”
Daarbij is het zaak om het systeem breder te trekken dan alleen elektriciteit. Doornbos: “De oplossing zit in het benutten van alle energiedragers. Het zijn allemaal communicerende vaten. We moeten samen nieuwe vormen bedenken en samen buiten de lijntjes kleuren.”
De horizon moet daarbij verder reiken dan één project, één bedrijventerrein, één gemeente. Schillemans: We zouden moeten kijken naar minstens de provincie en eigenlijk het hele land. Er is een overkoepelende systeemanalyse nodig.
Vanuit de zaal: “En een beetje rebellie. Focussen op wat kan, niet op wat niet kan. Buiten onze comfortzone stappen en de regie pakken.” Een andere inbreng vanuit de zaal: “Je zou een fonds moeten oprichten waar iedereen iets in stopt, en dan kijken we over 20 jaar wel hoe we ’t teruggeven.”
Samenwerking
Voor systeemintegratie is samenwerking nodig, maar hoe kun je die samenwerking het beste faciliteren? Transparantie in uitbreidingsplannen zou al een boel schelen, zo is de conclusie. Doornbos: “Bedrijven moeten ons zo vroeg mogelijk meenemen in hun toekomstplannen, we kunnen niet alleen maar uitbreiden. Nog te vaak horen we: dat speelt pas over zes à zeven jaar. Maar ze schrikken als je zegt dat het bouwen van een onderstation zes à zeven jaar duurt. Dus nu gaan we proactief naar bedrijven toe. Eventueel teken je als netbeheerder een non-disclosure agreement, zodat het bedrijf die informatie veilig durft te delen.”
Ook creatieve oplossingen ‘achter de meter’ kunnen vooruitlopen op de werkelijke systeemintegratie. Doornbos: “De kern van congestiemanagement is dat het ene bedrijf aan het andere bedrijf geeft wat het over heeft. Daar gaan we nu actief naar vragen: wanneer heb jij minder nodig? In de oude structuur zijn daarvoor nog weinig mogelijkheden: iedereen heeft zijn eigen contract. Maar iedereen voelt nu ook dezelfde pijn. Als je allemaal achter de meter iets zou kunnen doen, zou dat al veel lucht geven.”
Vanuit de zaal: “Eigenlijk zouden ook netbeheerders gesloten distributiesystemen moeten kunnen exploiteren. Juist daar vinden de innovaties plaats en worden de smart grids van de toekomst ontwikkeld. Dat kan als je een gebied afbakent en zegt: jij doet ‘t.”
Randvoorwaarden
Om die gewenste samenwerking en integratie tot stand te brengen, dienen er wel politieke en juridische struikelblokken te worden overwonnen. Schillemans: “Er is veel nodig vanuit de overheid, bijvoorbeeld via een nieuwe Energiewet.” Iedereen in de zaal keek daar reikhalzend naar uit. Vanuit de zaal: “Het is belangrijk dat die wet er zo snel mogelijk komt. Dan is er meer ruimte voor transportmogelijkheden en hebben we hopelijk minder rechtszaken.” Een andere spreker vanuit de zaal: “De schotjes moeten naar beneden, en daar moet de wetgeving in mee.”
Een kanttekening is wel dat experimenten niet ten koste gaan van de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van het net. Doornbos: “Gesloten distributiesystemen mogen geen cherrypicking worden voor partijen die het meest betalen. Dan moeten wij fors investeren terwijl er minder partijen zijn met wie je de kosten kunt dekken. We zijn voor betaalbare energie voor iedereen. Dat is een groot goed in Nederland.”
Vanuit de zaal: “En je hebt een gevaar voor de lange termijn. Vaak heeft zo’n park na 20 jaar groot onderhoud nodig. Dat kost geld en dan loop je kans op de vraag: Tennet, wil jij ’t overnemen? Maar Tennet moet een infrastructuur opleveren die minstens 50 jaar standhoudt. Voor een GDS gelden die eisen niet, maar de gebruikers ervan gaan na 20 jaar niet weg.” Doornbos: “Daarom is het belangrijk dat die Energiewet er komt. Dan krijgen we meer ruimte voor transport, opslag en de mogelijkheden van waterstof – en daar is de digitaliseringsslag weer van afhankelijk die we met z’n allen voor meer flexibiliteit willen maken. We staan voor politieke keuzes die niet over de komende vier jaar gaan, maar voor een nieuw systeem dat tot in lengte van jaren overeind moet blijven staan. Besef wel: één bedrijf dat een aanvraag doet voor 40 MW staat gelijk aan 10.000 huizen die van het gas af gaan. We moeten dus naar een totaaloplossing toe.”
Regie
Dan moet wel iemand het voortouw nemen. Wie pakt de regierol? Gemeenten en provincies staan nu vaak op. Wassink: “Spontaan, uit verantwoordelijkheidsgevoel voor onze burgers en bedrijven. Maar de echte kennis ontbreekt bij ons en we hebben geen enkele bevoegdheid. Friesland vind ik een mooie schaal. Er zou een ‘Fries Energiebedrijf’ moeten komen dat géén leverancier en géén netbeheerder is. Tegelijk is die regie landelijk nodig. In dat opzicht is het goed dat er een minister van Energie komt.”
Vandaag werken aan de uitdagingen van morgen
Samen staan we voor de enorme uitdaging om de energietransitie in Nederland te laten slagen. In 2030 is de Nederlandse industrie volledig overgestapt op een duurzame energievoorziening, rijden we elektrisch en zijn wijken en gemeenten duurzaam van het gas af. Hoe zetten we er samen de schouders onder om de energietransitie te laten slagen?